Wie herinnert zich nog de introductie van de enkelband met GPS-technologie? Dat toestelletje, dat een striktere opvolging van de veroordeelde mogelijk maakt dan de enkelband met radiofrequentietechnologie, dook in 2012 ineens op: de toenmalige minister van Justitie, Annemie Turtelboom (Open VLD), wilde op die manier onderzoeksrechters overtuigen om elektronisch toezicht te overwegen als alternatief voor de voorlopige hechtenis. In het wetsontwerp werd voorgerekend dat die ingreep een winst van 200 à 400 plaatsen in de gevangenissen kon opleveren: dat was broodnodig, zo stelde Turtelboom toen, om de druk op die overbevolkte gevangenissen te verlichten.

Maar er gebeurde iets vreemds: in datzelfde wetsontwerp werd ook een “krachtdadige aanpak” bepleit van geweldscriminaliteit. Die kwam er in de nasleep van enkele geweldsincidenten: de straffen voor agressie in het openbaar vervoer en in de gevangenissen moesten daarom verder de hoogte in. Dat leidde tot een eigenaardig wetsontwerp met een tegenstrijdige boodschap: door de inzet van hoogtechnologische controlesnufjes moest de magistratuur zich laten verleiden om verdachten niet op te sluiten, maar tegelijk werd ze flink aangemaand om mensen langer achter slot en grendel te houden.

Fluitend naar huis

Het wetsontwerp van Turtelboom was geen accident de parcours. Het maakt net inzichtelijk hoe straffen – en het debat over straffen – in toenemende mate plaatsgrijpen in een schizofrene context. Dat bleek de voorbije dagen opnieuw in de nasleep van de zaak-Picha­l, met op de achtergrond een gevangenissysteem dat uit zijn voegen barst.

De strafmaat van Sven Pichal – drie jaar cel met probatie-uitstel – lokte veel verontwaardigde reacties uit. Dat gebeurde vooral – zoals gebruikelijk – op de sociale media, maar ook in deze krant: “Het is moeilijk te begrijpen dat iemand die naar zulke gruwelijke beelden keek, nu – bij wijze van spreken – fluitend naar huis mag vertrekken”, zo reageerde Nel Broothaerts, ceo van Child Focus, teleurgesteld. Of Pichal, die bij aankomst in de rechtbank met stinkende urine werd overgoten en al maanden opgejaagd wordt door allerhande media, “fluitend naar huis” vertrok, durf ik te betwijfelen.

Het viel daarbij op dat Broothaerts ook betreurt dat de strafmaat moeilijk te begrijpen zou zijn door slachtoffers en maatschappij. De vraag is of de slachtoffers en de maatschappij die straf beter zullen begrijpen na haar “fluitend naar huis”-commentaar. Ook dat durf ik te betwijfelen.

Het deed me trouwens denken aan gelijkaardige uitspraken die de voormalige ceo van Child Focus, Heidi De Pauw, vorig jaar deed naar aanleiding van de voorwaardelijke invrijheidstelling van de Nederlandse pedofiel Pieter C.: “Vandaag leidt hij een luilekkerleventje in Amsterdam. Onbegrijpelijk en moeilijk te aanvaarden.” Of je met de achttien voorwaarden die Pieter C. moest naleven – onder meer dag­therapie, contactverboden, plaats­verboden en een verbod om sociale media te gebruiken – van een ‘luilekker­leventje’ kunt spreken? Ik durf het, alweer, te betwijfelen.

Spierbalgerol

Tegen die achtergrond aan crisis­management doen is niet eenvoudig. Dat ondervindt de nieuwbakken topvrouw van het gevangeniswezen al wekenlang aan den lijve. Met een ongezien mediaoffensief probeert Mathilde Steenbergen de ernst van de gevangeniscrisis te belichten en wijst ze op de urgentie om noodmaat­regelen te treffen: vorige week deed ze dat nog op de juridische blog Jubel.be en in het parlement, waar ze pleitte voor een noodwet, met onder meer een herziening van het systeem van invrijheidstelling bij celstraffen tot vijf jaar en de invoering van quota.

Tot dusver blijven gedragen noodmaatregelen evenwel uit en een toekomstvisie ontbreekt al helemaal. Om die reden zou je kunnen spreken van schizofrene toestanden: niet alleen wordt de realiteit geweld aangedaan in het debat over de straf, maar dat debat haakt ook in – en draagt bij tot – de algehele desorganisatie van het systeem en het onvermogen om orde op zaken te stellen.

Er worden allerhande kunst­grepen en nood­interventies uitgedacht en ingevoerd, in een ultieme poging om de boel draaiende te houden. Dat was in het verleden zo, toen de straffen tot en met drie jaar via een gecombineerd systeem van vervroegde invrijheidsstelling en elektronisch toezicht werden uitgevoerd. En dat is ook nu zo, via lapmiddelen zoals het verlengde penitentiair verlof, het uitstel van de strafuitvoering of de voorgestelde noodwet.

Daarmee blijft de straf gevangenzitten in een schizofrene conditie, zwalkend tussen spierbalgerol en een onafgebroken crisismanagement gericht op het leefbaar houden van een gevangenissysteem dat al decennia in overdrive gaat.

Die gespletenheid zat al vervat in het wetsontwerp van Turtelboom, waarmee ze tegelijkertijd harder wilde straffen én de overbevolking wilde terugdringen. Dat was een onmogelijke combinatie, een natte droom: we zijn twaalf jaar verder en we hebben die les nog altijd niet geleerd.

(Dit stuk verscheen op 19 december 2024 in De Standaard)

One thought on “ Straffen in een schizofrene wereld ”

Leave a comment