Vierduizend veroordeelden, die momenteel wachten op hun straf, krijgen de komende dagen een uitnodiging om zich binnen de vijf dagen te melden bij de gevangenis. De parketmagistraten draaien daarmee een belangrijke noodmaatregel terug in de strijd tegen de overbevolking in de gevangenissen: het uitstel van de uitvoering van bepaalde gevangenisstraffen. Met hun opmerkelijke actie klagen ze de pensioenplannen van de federale regering aan: de magistraten dreigen 30 tot 40 procent aan koopkracht te verliezen.

Het ongenoegen is begrijpelijk.  De regering-De Wever wil het beroep van magistraat aantrekkelijker maken, maar dat wordt knap lastig met aanslepende problemen rond werklast, gerechtelijke achterstand, manklopende digitalisering, aftandse infrastructuur en een maatschappelijke context waarin de publieke opinie – een twitterende en tiktokkende politieke klasse incluis – om de haverklap haar verontwaardiging uitschreeuwt en magistraten tot opgejaagd wild maakt. Het pensioendossier lijkt dan de spreekwoordelijke druppel: “De emmer is vol”, stelt de Brusselse procureur-generaal Frédéric Van Leeuw.

Misplaatste actie

Maar hoe overtuigend de beweegredenen ook mogen klinken, de actie zelf is compleet misplaatst.  Hoe kan een gevangenissysteem dat uit zijn voegen barst, een instant injectie van vierduizend bijkomende veroordeelden ooit verwerken?  Zelfs al blijft het bij een symbolische actie, dan nog wekt de staande magistratuur daardoor de indruk dat het haar niet veel kan schelen wat er achter de tralies gebeurt. Op dat vlak is de actie vergelijkbaar met een lock-out bij stakingen: de gevolgen zijn voor de anderen. De kille actie doet terugdenken aan de legendarische woorden van Eliane Liekendael, oud procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, in volle Dutroux-crisis: “Ik ben geen woordvoerder van het sentiment.”  Vertaald naar de humanitaire crisis in onze gevangenissen, die door deze actie alleen maar erger kan worden: het laat ons koud wat er zich in die volle cellen afspeelt.

De actie is ook paradoxaal en zelfs zelfdestructief, want ze treft de rechterlijke macht in het hart van haar maatschappelijke opdracht. Magistraten waken over – en bewaken – wat de Amerikaanse rechtssociologen Philippe Nonet en Philip Selznick het autonome recht noemen: de kritische rol van het recht ter beteugeling van wantoestanden en willekeur. Met haar actie brengt de staande magistratuur de rechterlijke macht in een lastig parket: terwijl rechters op het ene moment de wantoestanden in de gevangenissen scherp veroordelen, zoals het Brusselse hof van beroep recent nog deed met betrekking tot de gevangenissen van Haren en Sint-Gillis, sluiten andere magistraten de ogen voor diezelfde wantoestanden of – erger nog – dragen er zelf toe bij door eigengereide protestacties.  Dat is nefast voor de cruciale rol die de rechterlijke macht vervult in onze samenleving.  Doordat de actie gebeurt om de eigen pensioenrechten te vrijwaren, ontstaat daarenboven de indruk dat mensenrechten van gedetineerden ondergeschikt worden gemaakt aan de corporatistische belangen van de parketmagistraten. Dit is een strategische blunder van formaat: de critici van ambtenarenpensioenen wreven zich gisteren in de handen.

Verloren boodschap

Als een actiemiddel verwerpelijk is, dreigt ook de boodschap verloren te gaan: het doel heiligt de middelen niet. Dat is jammer, want de parketmagistraten hebben zeker een punt. Het uitstel van de uitvoering van straffen is geen goede zaak voor veroordeelden die in onzekerheid voortleven, net zo min als voor het justitiële apparaat dat aan geloofwaardigheid verliest en met wachtlijsten wordt opgezadeld. Hetzelfde geldt voor andere kunstgrepen – zoals het verlengde penitentiair verlof –  die de druk op de overbevolkte gevangenissen moeten verlichten.

Wie de recente beleidsverklaring van minister van Justitie Annelies Verlinden (CD&V) leest, ziet weinig constructieve aanknopingspunten om uit de crisis te raken. De maatregelen die ze opsomt om de overbevolking te bestrijden (extra capaciteit, terugkeer van niet-Belgen en gedetineerden zonder verblijfsrecht, correcte zorg voor geïnterneerden en een sterkere begeleiding en opvolging tijdens en na detentie) werken alleen in op de uitstroom en worden al jarenlang zonder resultaat door haar voorgangers naar voren geschoven. 

In haar commentaar schreef deze krant daar eergisteren het volgende over: “De ultieme remedie is niet extra capaciteit of vervroegde uitstroom, maar het beperken van de instroom”. Dat is helemaal terecht. Maar het woord ‘instroom’ is nauwelijks terug te vinden in het regeerakkoord of in de beleidsverklaring Justitie: de recepten uit de koker van deze regering spelen vooral in op meer capaciteit en sleutelen aan de uitstroom – met op de achtergrond diverse plannen om straffen te verhogen en vervroegde vrijlating te bemoeilijken.  Zonder een alomvattend en ambitieus toekomstplan voor justitie zullen onrust en ongenoegen ook deze regeerperiode blijven beheersen.

(Dit stuk verscheen eerder in De Standaard, 18 april 2025)

Foto: Semana santa, León, 7 april 2023´

Leave a comment